BORNIT^® Fundamentflex 2K

Status van het technische informatieblad

25 juni 2025

Toepassing

BORNIT^® Fundamentflex 2K wordt gebruikt voor de productie van duurzame, zeer flexibele uitwendige waterdichting van structuren in gebieden die in contact staan met de grond, met behulp van de troffel- of spuitmethode. Het product is geschikt voor horizontale en verticale oppervlakken.
BORNIT^® Fundamentflex 2K kan ook worden gebruikt voor tussentijdse waterdichting (onder dekvloer) van vloerplaten, balkons en terrassen en voor het verlijmen van isolatie- en drainageplaten (Styrofoam, Styrodur, Foamglas) op bitumineuze en minerale ondergronden in contact met de grond.
BORNIT^® Fundamentflex 2K hecht goed op alle droge en minerale ondergronden en op bitumineuze ondergronden met voldoende sterkte (bv. oude koude en warme lagen of dikke deklagen).

Eigenschappen

BORNIT^® Fundamentflex 2K is een 2-componenten, met polystyreen gevulde en met polymeer gemodificeerde dikke bitumencoating (PMBC).
Het product is oplosmiddelvrij en milieuvriendelijk. BORNIT^® Fundamentflex 2K bestaat uit een bitumenemulsie en een reactiepoeder. De chemische reactie van deze componenten na menging resulteert in een snelle regenbestendigheid en een versneld droogproces. Eenmaal volledig droog is het resultaat een stevige maar zeer flexibele funderingscoating. De coating is zeer flexibel, scheuroverbruggend en bestand tegen alle agressieve stoffen die in natuurlijke grond voorkomen.

BORNIT^® Fundamentflex 2K is geschikt voor waterdichting volgens DIN 18533 W1-E, W2.1-E, W3-E en W4-E.

BORNIT^® Fundamentflex 2K is QNG-conform conform de QNG-eisen catalogusbijlage document 313.

BORNIT^® Fundamentflex 2K is getest volgens PG-FBB. Het testcertificaat kan per e-mail worden aangevraagd
(anwendungstechnik@bornit.de)

Voordeel

Ondergrond

Stap 1: Het substraat moet vrij zijn van richels of oneffenheden met scherpe randen en aarde.
Stap 2: Slecht afgedichte of niet afgedichte holle ruimten zoals metselwerkvoegen, mortelvoegen of holle ruimten groter dan 5 mm moeten worden afgedicht met een geschikte mortel. Bij volledig en vlak gevoegd metselwerk is geen pleisterlaag nodig. Defecten kleiner dan 5 mm en poriën in de ondergrond kunnen worden opgevuld met de bitumen diklaag door middel van een kraslaag. Krasnivellering wordt ook aanbevolen voor betonnen oppervlakken, met name om blaasvorming te voorkomen.
Stap 3: Zorg ervoor dat de ondergrond stevig, schoon, stofvrij en vrij van afscheidende stoffen is. De ondergrond moet droog en absorberend zijn. De oppervlaktetemperatuur moet ten minste 3 Kelvin boven de dauwpunttemperatuur van de omgevingslucht liggen.
Stap 4: Breng een primerlaag van BORNIT^® Fundamentgrund of BORNIT^® Unibit (1:2 verdund met water) aan op de ondergrond. Om zanderige ondergronden te verstevigen, wordt voorstrijken met BORNIT^® Verkieseler (verdund met zuiver leidingwater in een mengverhouding van 1:1) aanbevolen. Bij krasnivellering met bitumen diklaag moet eerst de primer worden aangebracht. Krasnivellering vervangt de primer niet. Zodra de primer is opgedroogd, is de ondergrond klaar voor het aanbrengen van de kraslaag of dikke coating.

Belangrijk: Bitumen dikke coatings kunnen tijdens de bouwfase beschadigd raken door water dat op de achterkant inwerkt. Er moet altijd voor worden gezorgd dat de coating niet wordt beschadigd door water dat vanaf de lijmzijde inwerkt. Indien nodig moeten waterondoorlatende tussenafdichtingen van minerale afdichtingsslurry's (bijv. BORNIT^® Dichtungsschlämme) worden aangebracht, die niet door waterdruk van de ondergrond kunnen worden losgemaakt.

Verwerking

Bij het verwerken van BORNIT^® Fundamentflex 2K moet altijd de huidige DIN 18533 in acht worden genomen. De toepassing van PMBC is afhankelijk van de waterbelasting op de bouwplaats. Daarom moet ervoor gezorgd worden dat de bestaande waterblootstellingsklasse duidelijk gespecificeerd wordt door de ontwerper voor het begin van de werken. BORNIT^® Fundamentflex 2K is klaar voor gebruik na het homogeen mengen van de twee componenten en wordt aangebracht met een kamspaan, vlakspaan of geschikte spuitapparatuur op de ondergrond die is voorbereid zoals hierboven beschreven. Het is niet mogelijk om alleen de bitumencomponent aan te brengen zonder het reactiepoeder er doorheen te mengen! Voor het aanbrengen wordt de emulsie eerst kort geroerd met een mechanische roerder met lage snelheid tot ze vloeibaar wordt. Vervolgens wordt het poeder in porties toegevoegd. Beide componenten worden intensief gemengd met de mixer tot een homogene, klontvrije massa is verkregen (mengtijd ongeveer 2 tot 3 minuten). De hoeveelheden van component A en component B worden op elkaar afgestemd. De verwerkingstijd bij een materiaaltemperatuur van +20 °C is ongeveer 1,5 uur. Bij hoge zomertemperaturen treedt een snellere reactietijd op.

BORNIT^® Fundamentflex 2K mag niet worden aangebracht bij vorst of dreigende regen. Het aanbrengen moet gebeuren bij object- en omgevingstemperaturen niet lager dan +5°C en niet hoger dan +30°C. De dikke coating wordt aangebracht in overeenstemming met de huidige DIN 18533 en kan vers op vers worden aangebracht voor waterdichting tegen grondvocht en niet-drukkend water (DIN 18533 W1-E) en spatwater en capillair water (DIN 18533 W4-E). Voor waterdichting tegen matig drukkend water (DIN 18533 W2.1-E) en niet-drukkend water op met aarde bedekte plafonds (DIN 18533 W3-E) moet de eerste laag van de waterdichting voldoende droog zijn voordat de tweede laag wordt aangebracht, zodat deze niet wordt beschadigd door het aanbrengen. Een alkalibestendig glasweefsel (BORNIT^® Glasgitterbewebe 165) moet over het volledige oppervlak van de eerste waterdichting worden ingebed. Er moet bijzondere aandacht besteed worden aan de correcte uitvoering van de waterdichting ter hoogte van de voegen, aansluitingen en beëindigingen alsook van de doorvoeren.

De verse coating moet worden beschermd tegen regen en fel zonlicht! De gedroogde waterdichting moet worden beschermd tegen beschadiging en UV-straling. Beschermings- en drainagelagen mogen pas worden aangebracht nadat de waterdichting volledig gedroogd is (1 tot meerdere dagen afhankelijk van het weer). BORNIT^® Fundamentflex 2K kan gebruikt worden voor het verlijmen van isolatieplaten. Geschikte beschermlagen zijn bijv. kunststof kanaalplaten met glijfolie en filtervlies evenals thermisch of bitumineus gebonden kwelplaten. De ontgravingsput moet onmiddellijk weer worden opgevuld. DIN 18533-1 punt 14 moet in acht worden genomen.

Verbruik

• voor waterblootstellingsklassen bodemvocht / niet-drukkend water (DIN 18533 W1-E) en spat- en capillair water (DIN 18533 W4-E)

ca. 4,2 l/m² = natte laagdikte 4,2 mm = droge laagdikte 3,0 mm

• voor de klassen matig drukkend water (DIN 18533 W2.1-E) en niet drukkend water op met aarde bedekte plafonds (DIN 18533 W3-E)

ca. 5,6 l/m² = natte laagdikte 5,6 mm = droge laagdikte 4,0 mm

• Verlijming van isolatieplaten:

puntverlijming (W1-E/W4-E) ca. 2 -3 l/m²
Oppervlakteverlijming (W2.1-E/W3-E) ca. 3-4 l/m²

De opgegeven verbruikscijfers zijn gebaseerd op praktijkervaring.
Het verbruik voor de voorgeschreven krasnivellering hangt af van de ruwheid van de ondergrond en moet afzonderlijk berekend worden.
Er moet rekening worden gehouden met de laagdiktetoeslag volgens DIN 18533-3.

Controle van de laagdikte

In overeenstemming met de huidige DIN 18533 moet een laagdiktecontrole worden uitgevoerd op het bouwobject in verse toestand (natte laagdikte) evenals een controle van de droogtoestand op een referentiemonster (bijv. metselwerkblok) opgeslagen in de bouwput. Voor waterdichting volgens DIN 18533 W2.1-E en W3-E moeten de resultaten van deze tests worden gedocumenteerd. Water blootstellingsklasse W1-E en W4-E: Minimale droge laagdikte: 3 mm Water blootstellingsklasse W2.1-E en W3-E: Minimale droge laagdikte: 4 mm

Product type

Bitumineuze tweecomponenten dikfilmsamenstelling

Basis

Polystyreengevulde en polymeergemodificeerde bitumenemulsie, reactiepoeder

Oplosmiddel

geen

Soortelijk gewicht bij +20 °C

Vloeibare component: 0,65 - 0,68 g/cm³ Poedercomponent: ca. 1,40 g/cm³

pH-waarde

11,0 - 11,5 (vloeibare component)

Samenstelling

pasteus, uitsmeerbaar

Kleur(en)

zwart

Verwerking

Vlakspaan, spuitapparaat

Toepassingstemperatuur (omgeving en ondergrond)

min. +5 °C tot max. +30 °C

Verwerkingstijd

bij +20 °C ca. 1,5 uur

Uithardingstijd

2 tot enkele dagen, afhankelijk van vochtigheid, temperatuur, laagdikte en ondergrond

Schoonmaken

indien vers met water, uitgehard met BORNIT^® MultiClean Fix, BORNIT^® MultiClean of BORNIT^® Bitumenreiniger

Opslag

absoluut vorstvrij!

Opslagperiode

Kan 12 maanden bewaard worden in de originele verzegelde verpakking

GISCODE

BBP10
ZP1

GISCODE Link Onderdeel A

https://www.wingisonline.de/showbetrandoc.aspx?gisbaunr=4/00000018210/000009&docid=1995&lang=de

GISCODE Link Onderdeel B

https://www.wingisonline.de/showbetrandoc.aspx?gisbaunr=4/00000012207/000009&docid=2161&lang=de

Voor de gezondheid schadelijke stoffen in de zin van het Arbeidsstoffenbesluit

geen

Gevarenklasse volgens ADR

geen

Initieel kookpunt en kooktraject

+100 °C

Waterdichtheid

Waterdicht volgens DIN 52 123 sleufdruktest

Mogelijke laagdiktes

tot 8 mm

Gezondheidsbescherming, arbeidsveiligheid, brandbeveiliging

Voor een veilige omgang met het product moeten de fysische, veiligheids-, toxicologische en ecologische informatie die online wordt verstrekt, de informatie in het huidige veiligheidsinformatieblad en de aanvullende informatie op het etiket worden gelezen en opgevolgd voordat het product wordt gekocht of gebruikt! De geldende voorschriften, verordeningen en wetten moeten worden nageleefd.

Neem in geval van twijfel contact op met de afdeling toepassingstechniek van BORNIT^® of met de servicehotline van BORNIT^® op +49 375 2795 123.

Opslag

BORNIT^® Fundamentflex 2K moet tegen vorst worden beschermd! Vermijd blootstelling aan hitte boven +30 °C en direct zonlicht. Houdbaarheid in de originele, afgesloten verpakking 12 maanden.

Instructies voor verwijdering

Lege verpakkingen alleen afvoeren voor recycling. Materiaalresten kunnen worden afgevoerd volgens AVV-ASN: 080410 (lijm- en kitafval met uitzondering van lijm- en kitafval dat onder 080409 valt).

Opmerking

De bovenstaande informatie vervangt alle eerdere technische informatie over het product. Deze informatie is daarom niet langer geldig. De informatie is samengesteld volgens de laatste stand van de toepassingstechniek. Houd er echter rekening mee dat, afhankelijk van de toestand van het bouwobject, afwijkingen van de in het praktijkblad voorgestelde werkwijze noodzakelijk kunnen zijn. Tenzij anders overeengekomen in individuele contracten, is alle informatie in het gegevensblad niet-bindend en vertegenwoordigt daarom geen overeengekomen productkwaliteit. Wij behouden ons het recht voor om te allen tijde wijzigingen aan te brengen in de informatie op dit gegevensblad.

GISCODE

BBP10

UN-nummer

Geen gevaarlijke goederen in de zin van de transportvoorschriften.

Gevaarbepalende componenten voor etikettering

1,2-Benzisothiazol-3(2H)-on

H-zinnen

H318: Veroorzaakt ernstig oogletsel.

P-zinnen

P102: Buiten het bereik van kinderen houden.
P280: Draag beschermende handschoenen/beschermende kleding en oogbescherming/ gelaatsbescherming.
P305 + P351 + P338: BIJ CONTACT MET DE OGEN: Voorzichtig afspoelen met water gedurende een aantal minuten; contactlenzen verwijderen, indien mogelijk; blijven spoelen.
P332 + P313: Bij huidirritatie: een arts raadplegen.

Aanbevolen persoonlijke beschermingsmiddelen:

GISCODE

ZP1

UN-nummer

Geen gevaarlijke goederen in de zin van de transportvoorschriften.

Gevarenpictogrammen

Signaalwoord

Gevaar

Gevaarbepalende componenten voor etikettering

Portlandcement, portlandcement (stof), tinsulfaat

Aanbevolen persoonlijke beschermingsmiddelen: